Kaarten situeren zich tussen instrument, representatie, object, en schilderij.
De spanning ligt tussen de kaart en de werkelijke ruimte omdat de kaart altijd incompleet is. Het fungeert als een analogie voor een toestand en kan daardoor de verbeelding bezitten. Kaarten zijn in staat relaties te laten zien tussen de kleinigheden en vrijwel onzichtbare aspecten van de fysieke wereld, en een groter geheel. Daarom kunnen kaarten ook gebruikt worden om kennis te produceren.
-
Pages
No Comments